Passie

‘Ik heb er lang en hard over nagedacht, maar ik ga toch passen voor het concert. Het is echt niet mijn ding,’ zo mailt onze schoondochter Kelly. Nochtans zijn kunst en cultuur haar niet vreemd. Onlangs bezocht ze met haar man en drie kinderen nog het ‘Kunstuur’ in Mechelen. En dat is een uur onder begeleiding wandelen en schilderijen bewonderen.

Als tenor had ik haar uitgenodigd op een concert van ons vierstemmig koor Illucia. Wij zingen de Johannespassie van Johan Sebastian Bach. Voor haar als buitenstaander is meer dan twee uur luisteren naar klassieke muziek eerder een beproeving dan een genot. En zo laat zij deze kelk liever aan zich voorbijgaan.

Maar aan de binnenkant kan het zingen van deze muziek ook een echte passie zijn. Met ons koor hebben wij er bijna een half jaar aan gewerkt. Ruim 10 jaar geleden was de vorige uitvoering rond Palmzondag. Voor sommige oudere koorleden was het een stevige opfrissing, maar de nieuwere leden hadden er een serieuze kluif aan.

Het duurt eigenlijk een hele tijd voor je het werk min of meer begrijpt en doorgrondt. Met de muzikanten en de solisten erbij zullen er bijna 80 uitvoerders op het podium staan. De eerste fase is er een van het technisch leren zingen van de koordelen en de 11 koralen. Als je dat onder de knie hebt, komt er meer ruimte voor de interpretatie.

Het eerste contact met de dirigent Patrick was een echte blikverruiming. Hij kon zich niet alleen inleven in de technische kant van de muziek, maar ook in de geest en de bedoelingen van Bach zelf. En dan wordt deze tijdloze muziek in feite zowel een passieverhaal als een inwendige verstilling rond het lijden van de Heer.

Het doet me terugdenken aan lang geleden, toen wij met onze vijf nog kleine kinderen de Mattheüspassie in het Lemmensinstituut van Leuven gingen beluisteren. Voor de kleinsten leek het misschien een roekeloze verplichting, maar ze hebben er nu nog goede herinneringen aan: de grote ruimte, de variatie van instrumenten, de solisten en de koorzang.

Jos

Kaastaart

‘We zullen het bij jou thuis wel eens komen leren,’ hadden Janne, Lut en Nelle als in koor gezongen. Onze drie kleindochters zijn verzot op de lekkere kaastaart die Ria af en toe, bij speciale gelegenheden, of op bestelling wel eens wil bakken.

Lang geleden waren er die dessertnamiddagen van Ziekenzorg en dan mocht de torenhoge taart met twee of drie verdiepingen niet ontbreken. En zo leerde onze familie ervan proeven en genieten. Uiteraard ook bij verjaardagen moest dit uitdagende en vederlichte gebak erbij zijn.

Om dit familiegeheim niet verloren te laten gaan, zou dus – even na Lichtmis – een speciale baksessie ingericht worden. Rond één uur in de namiddag arriveerden de zonnige zussen met de fiets. Wij hadden al wat voorbereidingen getroffen, zodat ze onmiddellijk van wal konden steken.

De eerste fase bestaat uit het bakken van het biscuit. Als jongste had Nelle het op zich genomen om alle ingrediënten en bewerkingen op papier vast te leggen. Ondertussen had ik mij wijselijk uit de keuken verwijderd, maar toch moest ik nog even de oven komen aanzetten, want er was een fout knopje ingedrukt.

Terwijl de taart in de veranda kon afkoelen, gingen ze verder met de bereiding van de kaasvulling. En dan was het weer wachten tot het gebak in twee of drie lagen gesneden kon worden. Voor mij bleef er weinig anders over dan het wereldkampioenschap veldrijden op tv te volgen.

Het laatste luik van de namiddag bestond uit de kleurrijke versiering van de taart. Niet alleen in het midden, maar ook rondom en bovenaan wordt ze volgesmeerd met slagroom en kaas. Voor Lut was deze fase er te veel aan, want zij moest nog wat recupereren van een late babysitavond. Ze sliep als een roosje.

Met groene kiwi’s, blauwe bessen, rode aardbeien kwamen de kleuren allemaal tot hun recht. Ik mocht het creatuur fotograferen en in de WhatsAppgroep delen, tot zelfs in het buitenland. En daarna werd er natuurlijk naar hartenlust geproefd.

We zijn er zeker van dat deze kunst niet zal verdwijnen!

Jos

Pakjes

‘Mag ik dit jaar ook meedoen?, vraagt Nelle van elf jaar. Zij is tot hiertoe de jongste van de kleinkinderen. En vroeger hoorde je twaalf te zijn om de kinderschoenen te ontgroeien en bij de jongvolwassenen te komen. Maar dit jaar hadden we ons laten vermurwen en zo kon ook zij op zoek naar een pakje voor haar ‘mystery guest’.

Het komt er dan op aan om na de anonieme online trekking voor je partner op het nieuwjaarsfeest een passend geschenk te vinden. Tips mogen wel via mail gegeven worden, zolang het element verrassing maar blijft spelen. En dan moet je natuurlijk ook nog een cryptische omschrijving bedenken.

Maar zelfs de kinderen kunnen er al aardig mee overweg. Meestal gaan zij op zoek via webshops. Daar zijn ze heel sterk in. Ook al heb je enkele maanden de tijd, het gebeurt toch nog dat een pakje uit het buitenland niet op tijd aankomt. En dan moet je het stellen met een tegoedbon. Maar ook dat kan de pret niet bederven.

En zelfs als Joachim, de vriend van Marie, moet studeren en er niet bij kan zijn, wordt er voor hem gezorgd. Uiteraard beperken wij het budget van de studenten en gaan we niet hoger dan 20 euro. En daarvoor zijn al heel wat originele artikelen te vinden. Zoals onze notenkraker, die al jaren zoek was.

Het origineelste en meest emotionele cadeau was eigenlijk niet verpakt. Rose en onze Filip verwachten hun eerste kindje, een zoontje tegen half april. En ons Mieke is de enige van onze kinderen die nog geen meterschap kon opnemen. Ze had van bij de aankondiging al te kennen gegeven dat zij dat wel zag zitten.

In haar pakje zat niet alleen een scan van het ongeboren kindje, maar ook een heel kleine baby-outfit, samen met een gelijkaardig T-shirt van ‘Team Mieke’. Met haar drie dochters zal zij ons zevende kleinkind op een passende wijze verwennen.

Met het vredevolle lied, ‘Dona nobis pacem’, konden wij dit ontroerende feest afsluiten en genoten wij met volle teugen van de originele nieuwjaarsbrieven van de oudere jeugd. En zij wellicht ook.

Jos

Snapchat

‘Dat zouden jullie toch ook moeten hebben, vake en moeke.’ Lut van 15 is er deze keer ook bij, voor ‘de krakende meneertjes’. Samen met haar neefje Naud, ook 15, en haar zusje Nelle van 11 jaar. ‘Je kunt daar foto’s van jezelf mee versturen naar je vrienden.’

Ergens begint er bij ons toch een belletje te rinkelen, want in het nieuws hoor je af en toe verhalen van onvoorzichtige pubers die zichzelf in de nesten werken. Met soms een dramatische afloop.

Maar ze stellen ons gerust. Het gaat alleen naar de ‘echte vrienden’ en je kunt opvolgen wat er allemaal mee gebeurt. We zullen hen maar geloven, want wijzelf hebben daar helemaal geen kaas van gegeten. Net zomin als van ‘TikTok’, waar zelfs de kleinsten al mee dwepen.

Op dat middaguurtje praten ze honderduit over de school, over de leraren die ze – net zoals in onze tijd – bijnamen geven. En nu natuurlijk komen de examens eraan. Ze vergelijken hun roosters, want zij zitten niet in dezelfde studierichting. En inderdaad, zij proberen hun studietijd al in te plannen. Er zijn dus toch nog zekerheden in het leven, die verschillende generaties verbinden.

Kleren en mode en het eigen uiterlijk passeren ook de revue. Naud vindt zichzelf niet zo mooi, want op die leeftijd steken vervelende pukkels de kop op. Lut heeft het meer voor lange nagels, ook al betekent dit dat ze geen gitaar meer kan spelen. Op de piano lukt het toch nog wel.

Nelle vraagt uiteindelijk mijn gsm om wat spelletjes te kunnen spelen. Zij heeft pas een toestel gekregen, maar dat mag nog niet mee naar school. Lut droomt al van een nieuw exemplaar en is daar stevig voor aan het sparen. Wij zijn al tevreden met de meest eenvoudige bewerkingen.

De nieuwe generatie houdt ons toch nog altijd jong. ‘Wie wil er straks helpen om onze kerstboom binnen te halen en mee te versieren?’ Nu eerst nog wat focussen op de proefwerken. ‘En daarna,’ bluft Naud, ‘ga ik met mijn 7 maten kamperen in het tuinhuisje.’ Als de barre winterkou daar maar geen stokje voor steekt.

Jos

Riksja

‘Het zal dan uitgerekend 25 april zijn,’ liet onze jongste zoon Filip weten en we dachten dat hij naar zijn eigen verjaardag verwees. Wij zaten met kinderen en kleinkinderen op een boomstronk in het bos van Heverlee. Enkelen hadden gekozen voor de klimaatbetoging in Brussel.

Hoe was dit allemaal in zijn werk gegaan? Onze Filip heeft met zijn vriendin Rose en haar ouders een groot huis gekocht in Blanden en dat is nu min of meer gelijkmatig verdeeld en aangepast voor twee gezinnen. Een pijnlijk detail is wel dat Luc, de vader van Rose, ongeveer een jaar geleden overleed ten gevolge van kanker.

In Blanden bestaat een club die met een (elektrische) riksja telkens twee personen kan vervoeren. Filip heeft een cursus gevolgd en is geslaagd voor zijn rijproef. En om de proef op de som te nemen wilde hij dat aan ons gezin demonstreren. Dus trokken wij op een herfstige zondagmiddag naar het Leuvense.

Van het huis naar de Zoete Waters gaat het dwars door het mooie bos van Heverlee. Ria en kleine Nelle in de riksja en de anderen met de fiets. Toch al licht heuvelachtig af en toe, en de smalle poortjes hier en daar waren net breed genoeg voor het originele transportmiddel.

In de buurt van de brasserie Saint-Jean staat de mooie kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Steenbergen. Die konden we natuurlijk niet voorbij. Tijd genoeg om een noveenkaars aan te steken. En dan gingen we gezellig aan tafel voor een lekkere lunch. Tussendoor toch nog iemand gauw met de fiets teruggestuurd om een extra zuurstoftankje op te halen.

Maar uiteindelijk was de timing perfect en konden we op de terugweg even uitrusten op die boomstronk voor een groepsfoto en een belangrijke mededeling. Filip en Rose verwachten hun eerste kindje tegen april volgend jaar, ons zevende kleinkind. De boodschap drong stilaan door. Geen verrassing, maar toch wel een beetje.

En zo komt er voor de twee families weer nieuw leven aan. En moeten wij besluiten dat wij er toch nog enkele jaartjes willen bijdoen. Met Gods zegen!

Jos

Het borsteltje

Ooit kreeg ik het van mijn moeder: een lichtblauw haarborsteltje met de zachtste haartjes die er bestaan. Het was het haarborsteltje dat ze gebruikt had om mijn prille babyhaartjes en die van mijn broer te kammen. Met dat borsteltje maakte ze de typische krul boven op mijn hoofd, die vroeger hoorde bij de schapenvelfoto.

Ik gebruikte het borsteltje voor onze eigen kinderen en daarna verzeilde het bij de poppenkleertjes. Zelfs bij de grote zolderopruiming heb ik het niet weggegooid. En kijk, nu komt het opnieuw van pas.

Want onze kleindochter gaat graag in bad als ze een dagje bij ons is. Ze spettert een hele tijd vrolijk rond, glijdt een paar keer roetsjend onderuit en moet dan gered worden. Ze sabbelt tevreden op een badeendje en huilt altijd een beetje als ze er weer uit moet. Maar als ze dan afgedroogd en aangekleed rechtop zit, maak ik haar blij met een sessie kammen met het borsteltje.

Ik zeg zachtjes ‘kam, kam, kam’, terwijl ik het borsteltje van op haar kruintje naar haar nekje en haar oortjes laat glijden. Haar haartjes liggen al gauw in de plooi, maar zij blijft doodstil zitten en knijpt haar ogen tot spleetjes. Ze glimlacht verrukt. Ik ga verder met kammen, telkens opnieuw van boven naar beneden, rondom haar hele bolletje. Ze sluit haar oogjes van genot. Het is een massage van haar hoofdje en ze geniet van elke haal. Pas als ik ophoud, wil ze zelf het borsteltje vasthouden en proeven.

Het is inmiddels een wekelijks ritueel. Haar ogen beginnen al te blinken als ik het borsteltje tevoorschijn haal. Ze zit kaarsrecht en houdt haar hoofdje recht. Met volledige focus laat ze het gebeuren, als een koningin die een langdurig applaus in ontvangst neemt.

Het borsteltje, meer dan 65 jaar oud, zorgt zo elke week opnieuw voor een klein gelukje. Bij kleindochter en bij haar oma.

Er zijn zoveel kleine gebaren die generaties met elkaar verbinden. Wiegen. Kammen. Een kusje geven. Knuffelen. Paardjerijden op een knie. Een kruisje op een voorhoofd, want ook God hoort er zo bij. Allemaal tekenen dat we elkaar dragen op de lange, korte weg van het leven. Voor altijd en nog verder.

Kolet

Krukken

‘We zijn wel wat te vroeg. Ik zie mijn maten nog niet.’ Naud van bijna 15 wil nog even in de auto wachten. Want in de puberleeftijd steekt alles blijkbaar nogal nauw. Ik kan me zonder moeite mijn eigen jeugd van 60 jaar geleden voor de geest halen, toen ik per se Brylcreem haargel wilde gebruiken.

Naud heeft het vooral gemunt op de juiste combinatie van kleren: kleur en stijl moeten zeker in orde zijn. Hij zal het nu een maand wat rustiger aan moeten doen. Op het einde van de voetbalmatch vorige donderdagavond verzwikte hij zijn enkel, met een stevige beugel als gevolg.

‘Kun je mij om kwart over acht naar school brengen?’, las ik in het WhatsAppbericht. ‘Voor mij is dat midden in de nacht, hoor!’, grapte ik terug. Tot hij weer met de fiets naar school kan, bied ik graag mijn taxidienst aan.

Hij is trouwens niet de enige die daar gebruik van maakt. Elke week op woensdagnamiddag mag ik met Janne gaan schaatsen. Zij trekt een uurtje baantjes op de ijspiste. Voor mij is dat een goede gelegenheid om weer eens een interessant boek ter hand te nemen in de cafetaria.

Of Marie en Bran, die nu allebei in Leuven op kot zitten, weten mij ook wel te vinden als het weekend begint. Of ik hen even aan het station kan komen afhalen, want met de was van een hele week in de koffer en vooral bij regenweer is dat toch niet zo een leuke bedoening.

Naud was opnieuw begonnen met voetbal, na enkele jaren coronapauze. We hadden hem daarbij in elk geval gesteund, maar nu zal hij zich nog een tijdje met krukken moeten verplaatsen. Een maand geen training meer. Gelukkig zijn de groeischijven niet geraakt.

Hij heeft nog maar eens een studieswitch gemaakt. Na het eerste jaar STEM en dan twee jaar Latijn heeft hij nu gekozen voor moderne talen. Hij zal binnenkort ook een mondje Spaans onder de knie krijgen. Toch altijd handig voor een of andere vakantieperiode.

Bij de schoolpoort kan ik hem gemakkelijk afzetten. Op zijn lange pezige benen huppelt hij met reuzenschreden zijn toekomst tegemoet.

Jos

Klusjes

‘Mijn morgenshift in de brasserie zit erop, en dan ben ik maar meteen gekomen,’ vertelt onze kleinzoon Bran van 18 jaar. ‘Vanavond nog een uur of 5 meedraaien en dan is het een mooie dag geweest!’

Hij is vorige zondag de sleutels van zijn kot in Leuven gaan ophalen. Hij begint aan het eerste jaar geschiedenis. Dat is al jarenlang zijn passie. Nu heeft hij nog de septembermaand om wat vakantiewerk te doen. Eerst was hij er niet zo voor te vinden, maar zijn zus Marie helpt ook mee in een restaurant.

Toch was de verleiding van het verdiende loon aanvankelijk het minste van zijn zorg, maar nu hij meer en meer beseft dat studeren op kot heel wat geld kost, is hij snel bijgedraaid. Hij begon bij de afwas in de keuken, maar hij heeft ondertussen alle plekjes van de bistro al gezien. Een heel leerrijke tijd is dat om van alles te plannen en organiseren.

En dan snel even in onze dakgoot de verstopping oplossen, want de hevige regenbuien zorgden voor wateroverlast in onze veranda. Hij komt graag even langs om wat te vertellen over zijn taak als leider in de KSA.

Zijn jongere broer Naud van bijna 15 heeft mij ook al geholpen om de geoogste aardappelen in de kelder op te slaan en om af en toe – ongeveer elke vakantie – de lege flessen naar het containerpark te brengen.

En op dinsdagmiddag organiseren wij geen ‘krakende meneertjes’ meer. De kinderen zijn al zo groot geworden dat wij nu eerder spreken van ‘babbelbroodjes’. Op voorhand geven zij hun keuze door en dan ga ik die in de broodjeszaak afhalen. Dit uur samen tafelen geeft ruimte voor gesprek en filosoferen over de kleine en grote zaken in de wereld.

Naud is weer begonnen met voetballen, na de moeilijke coronatijd. Hij gaat al in de richting van 1,80 m en is mij dus al flink voorbijgestoken. Als ik vrij ben, ga ik graag wel supporteren op zaterdag of zondag. Naast het skaten en badmintonnen zorgt deze sport toch voor heel wat fysieke beweging voor een jongen in volle groei.

En zo is een nieuw werkjaar alweer begonnen.

Jos

Hoop

Vandaag voel ik me blij, gelukkig zelfs. Plotseling is er die gedachte: ‘dit kan niet blijven duren.’ Ik leef al zolang met verbrokkelde relaties die energie vragen van mijn naasten en mezelf. Hoe is het ons gelukt is om de ‘netten te boeten’, beter gezegd onze relaties te herstellen? En kunnen we dit blijven volhouden? Bang voel ik me, bang en gelukkig tegelijk.

‘Alles gaat voorbij.’ Dit is een troostende gedachte. Alle gevoelens komen en gaan. Blijdschap wil ik vasthouden. Verdriet en angst wil ik snel wegduwen. Accepteren wat er is en in het ‘nu’ blijven, kan helpen. Wat ik voel, kan ik verwelkomen. Het is wat het is.

Tegelijk is er een stevige grond die ons draagt, een hand op onze schouder die ons ondersteunt, een dak boven ons hoofd dat ons beschermt. In vrijheid mogen we gaan op onze weg. Gedragen, gesteund en beschermd. Het is een diepe zekerheid die me ontroert. Nooit ben ik alleen. ‘Midden onder u plaats ik mijn woning.’ (Lev. 26,11-12) 

Ruth  

Vakantie

Eigenlijk is vakantie een relatief begrip, zeker als je bijna 15 jaar met pensioen bent. Ria en ik hebben heel ons leven in het onderwijs gestaan en dat is toch wel een speciale situatie. Je hebt heel wat vrije tijd samen met de kinderen.

Onze eerste vakanties begonnen wij als kookouders bij Roodkapjes en VKSJ. Dat lag in het verlengde van onze eigen tijd als kampleiders en dat hebben wij toch wel enkele jaren volgehouden.

Toen wij nog wat jonger waren, konden wij onze kinderen in de lange zomervakantie een heel stuk van ons eigen land en Europa laten zien. Wij waren nogal verknocht aan de Oostkantons, omdat de Duitse taal je het gevoelen geeft dat je meteen in het buitenland bent.

Urenlang hebben wij bosbesjes geplukt, die dan achteraf tot confituur of wijn verwerkt konden worden. En Luxemburg was nooit ver weg, waar het gezellig was om te gaan shoppen aan de grens. En waar spijs en drank een stuk goedkoper waren.

Wij hielden ervan om in het buitenland collega’s of vrienden te gaan bezoeken. Een veertiendaagse tocht begon ooit in Zweden en ging dan met de nachtboot naar Duitsland en verder naar Polen, waar onze dansfamilie woonde. En op de terugweg was een bezoek aan onze Duitse wijnboer in Rheinhessen echt noodzakelijk.

Onze laatste grote reis vond net voor de coronatijd plaats. Marrakesh en het Atlasgebergte in Marokko waren een blikverruimer. En slapen in een tent in de woestijn na een tochtje op de dromedaris kon ons uiteindelijk toch bekoren.

Ondertussen stellen wij onze reisdoelen wat minder ver, omdat voorzichtigheid en lichamelijke beperkingen een belangrijk deel uitmaken van onze huidige leefwereld. Maar enkele dagen in het Limburgse witte stadje Thorn met de prachtige abdijkerk van Sint-Michaël was de moeite. Soms moet een mens eens andere lucht inademen.

Nu volgen wij via WhatsApp de kampavonturen van onze kleinkinderen en de reizen van onze kinderen, overal in Europa. En zo is de cirkel bijna rond. Vandaag zijn er nog weinig afstanden en grenzen.

Jos