Voor alles wat er gebeurt, is er een goede tijd.
Er is een tijd om in je warme, donzige bed te kruipen en er is een tijd om eruit te stappen en je schouders onder de frisse, nieuwe dag te zetten.
Er is een tijd om tafels te dekken en een tijd om ze weer af te ruimen.
Er is een tijd om boterhammen te smeren en koppen te vullen, en een tijd om af te wassen en alles weg te bergen, telkens weer.
Er is een tijd om aan tafel voedsel en woorden met elkaar te delen, en een tijd om in je eentje te eten en alleen de radio als gezel te hebben.
Er is een tijd om was te verzamelen en machines te vullen en te plooien en te strijken, en een tijd om je schone kleren weer aan te trekken.
Er is een tijd om geld uit de muur te halen en een tijd om geld uit te geven bij de bakker, de kapper en op de markt.
Er is een tijd om ramen te wassen en vloeren te dweilen en een tijd om je ogen te sluiten voor stof en vuil.
Er is een tijd om te zeggen wat nodig is en een tijd om te luisteren, ook als je niets hoort.
Er is een tijd om voort te hollen om alles tijdig rond te krijgen en een tijd om stil te vallen en de boel de boel te laten.
Er is een tijd om je te ergeren aan wat fout loopt en een tijd om je ergernis opzij te schuiven.
Er is een tijd om ruzie te maken en te roepen en een tijd om het weer bij te leggen met een kus.
Er is een tijd om jezelf bloedernstig te nemen en een tijd om met jezelf te lachen.
Er is een tijd om te bouwen aan grote idealen en een tijd om te genieten van de kleine, onvervangbare dingen.
Er is een tijd om te lachen tot je buikpijn krijgt en een tijd om je tranen de vrije loop te laten, en om te beseffen dat die twee dingen niet eens zo ver van elkaar liggen.
Kolet