Ik schat dat het meer dan vijftien jaar heeft geduurd, voor we het afgeleerd hadden. Het snelle opkijken als we in de supermarkt een baby hoorden huilen. Het stokken van onze bezigheden als we een kinderstemmetjes ‘mama’ hoorden roepen. En telkens die diepgewortelde reflex om onze armen uit te steken en kinderen te troosten, ook al wist ons verstand al lang dat zelfs onze jongste de puberteit al ruimschoots voorbij was. We hadden het uiteindelijk toch achter ons gelaten. Of dat dachten we toch.
Want er was niet veel nodig om ons oude waarschuwingssysteem weer te activeren. We waren in een museum op een citytrip in een ander land, toen we een baby hoorden hoesten. En we betrapten er onszelf en elkaar op, dat we tegelijk omkeken en dachten: ‘Dat lijkt wel onze kleinzoon!’ Hij was het natuurlijk niet. Maar de waakvlam brandt weer! En onze kleinzoon zit voorgoed in ons systeem. Vanaf nu proberen we niet eens meer om het af te leren. We leggen er ons bij neer: (groot)ouders ben je levenslang.
Kolet