Ochtendhumeur en troost

Onze dochter is onmiskenbaar mijn dochter. Soms twijfelen mensen al eens aan de afstamming van een kind, maar ik weet het zeker, want ze heeft míjn ochtendhumeur. Meer nog, ze heeft er, zoals dat hoort bij een nieuwe generatie, een flinke schep bovenop gedaan. Ze zijn dan ook talrijk, de (hysterische) huilbuien op vele vroege ochtenden waarop nog zoveel dient te gebeuren alvorens we met z’n allen klaar zijn voor de dag.

Vaak helpt er minutenlang geen lievemoederen om de decibels uit de lucht te halen en de tranen uit te wissen. Laat staan om een lach terug te toveren. Later op de dag gaat dat al makkelijker, als ik zelf uitgeslapen ben en als ik weer in staat ben tot wat humor en gekke fratsen. Maar op een vroege ochtend is dat veel te veel gevraagd voor mij. Dus gaat het huilen onverminderd door tot ook alle anderen in huis van pure frustratie in tranen zouden kunnen uitbarsten.

Sinds enige tijd heeft ze echter een techniek bedacht om voor zichzelf de troost te bekomen waarvan ze, naar haar gevoel, anders verstoken blijft. Slachtoffer van dienst is haar kleine broertje. Midden de hysterie roept ze immers hartverscheurend smekend zijn naam, stapt op hem toe en vraagt hem min of meer om haar levende knuffel te zijn. Bij weinig of te trage interesse trekt ze hem naar zich toe, en zo kan het zijn dat we getuige worden van een snikkende dochter, liggend op de grond, met daar bovenop broer knuffel die zich alleen al door zijn wel zeer nabije aanwezigheid trooster weet.

Het is niet helemaal duidelijk of we dat nu moeten aanmoedigen en onszelf zo ontlasten van de energievretende taak om haar keer op keer uit haar ochtendtranen te helpen. Of dat we ons zoontje in bescherming moeten nemen omdat het toch niet helemaal koosjer is om je op zo’n wijze tot knuffel te laten transformeren. Maar het heeft ook iets moois zoals broer en zus letterlijk en figuurlijk aan elkaar hangen in tijden van droefheid. Het is ontroerend en bemoedigend.

Wim

 

Snelle suikers

Ze weegt meer dan 130 kg. Ooit landde ze als een sprieterig, vel-over-been pleegdochtertje in ons gezin. Dat is nu meer dan 35 jaar geleden. Toen ze volwassen werd, zocht ze haar toevlucht in troostvoedsel: hamburgers, pizza’s, een eindeloze stoet tussendoortjes. De kilo’s snelden toe en raakten niet meer weg. Ondanks aanmaningen tot dieet en gezond koken. Wie kansarm is, zoekt nog meer dan wij allemaal snelle troost. Iets lekkers eten is zo moeilijk te vervangen door iets wat even goed werkt.

Onlangs trokken de dokters aan de alarmbel: het hart, het suikergehalte, de cholesterol! Er volgde een drastische maagverkleining. Vanaf nu moet pleegdochter anders gaan eten: kleine beetjes en ook niet meer alles. Eens te meer merken we hoe ver de uitleg boven haar petje (en ongetwijfeld dat van vele anderen) gaat. Want ze mag geen snelle suikers meer eten. Ze kijkt even zijdelings naar mij of ik snap wat dat is. En ondanks alle miserie schieten we samen in de lach. Ik ren met mijn vingers over de tafel: een snelle suiker in de praktijk! Dan probeer ik haar zo goed en zo kwaad mogelijk uit te leggen wat dat betekent.

Bij deze een oproep aan alle medisch personeel: denk niet te vlug dat wij jullie begrijpen. Vaak weten we slechts vaag wat dat zijn: koolhydraten en proteïnen, snelle suikers en vetten. Geef ons gerust een paar voorbeelden. Het kan alleen maar helpen. Want er is meer nodig dan een vettaks om echt iets te veranderen.

Kolet

Jij wordt een ruimtevaarder

Elke keer is het de moeilijkste opdracht voor de ouders die wij begeleiden tijdens de weg naar het doopsel van zoon- of dochterlief: de keuze van de muziek tijdens de viering. Het doopsel is een groepsgebeuren, met maximum vier kinderen per viering, en elke mama en papa hebben zo hun favoriete liedjes.

Elke keer doen we zo nieuwe muzikale ontdekkingen. Deze keer ontdekten we het prachtige ‘Ruimtevaarder’, van Free Souffriau, een lied gericht aan haar zoon Wolf. Het liedje, opgezocht en gekocht, zit sindsdien de hele tijd in mijn hoofd.

Als ik onze oudste, twee jaar al, nog eens moet duidelijk maken dat hij écht niet alles alleen kan. Een flesje opwarmen in de microgolf, nee vriend, dat moet papa doen. Je potje yoghurt helemaal leeg lepelen? Daar is mama echt een expert in. Jij hebt nog je hele leven om alles alleen te doen, denk ik dan.

Of als ik onze jongste, nog net geen zes maanden, zie rondkijken. Alles in zich zie opnemen. Slapen? “Maar, papa, dan mis ik veel te veel”, zie ik hem denken. Jij hebt nog je hele leven om alles te ontdekken, denk ik dan.

Slaap zacht, schuil maar in je dromen. Alles moet nog komen, op je eigen grote mooie reis”, zingt Free Souffriau. Hoeveel geluk ons gegund is en welke verantwoordelijkheid we tegelijk hebben – het geeft keer op keer vlinders in de buik. Vlinders als onze oudste ‘ouajou’ zegt, wat Hou van jou betekent, zo weten alleen wij. Vlinders als onze jongste lacht en speelt, knuffelt en tenslotte dicht bij ons in slaap valt.

Wat ergens in een verre toekomst ooit gebeuren mag.
En dat ons op die mooie maar zo harde wereld wacht.
Voor jou blijf ik m’n hele leven dankbaar.
Jij en ik zijn ruimtevaarders, slaap maar zacht.

Thijs

Als fietsen bidden wordt

Ik had me nooit kunnen voorstellen dat ik op mijn 65 nog een koersfiets zou kopen. Toen ik jong was, had ik er wel een om af en toe eens mee te nemen op kamp met de KSA. Maar heel veel heb ik er toen niet mee gereden.

Nu wel. Drie jaar geleden dacht ik dat ik een stevige wintergriep te pakken had, maar mijn vermoeidheid bleek het gevolg te zijn van hartritmestoornissen. Het leek wel of de wereld stil bleef staan. De cardioloog liet me toen een boekje van Toon Hermans lezen: Zet je hart uit je hoofd.

Dit bleek inderdaad niet het einde van de wereld te zijn. Met elektrotherapie en stevige revalidatie was mijn conditie na een paar maanden beter dan tevoren. De dokter had me ook gesproken van de fietsclub van hart- en diabetespatiënten, die elke week hun kilometers maalden als een voorbeeld van sportief fietsen. Want gezondheid is in feite een grote gave, die je moet koesteren. Daarom moet je werken aan je conditie, want daar kun je zelf veel aan doen.

En sindsdien rijd ik ook haast elke week mee. Tijdens die uren door Gods heerlijke natuur, op dijken en door bossen, heb je veel tijd om na te denken. Zo wordt fietsen soms echt een beetje bidden. Want met grote dankbaarheid moet ik dan terugdenken aan de mogelijkheden die het leven ons biedt. Aan ons en niet meer aan de mensen van mijn leeftijd die er niet meer zijn.

Toen wij onlangs voorbij de kerk van Vrasene fietsten, zag ik weer het beeld van bijna vijftig jaar geleden, toen wij in de zomer op voetrally waren met de KSA. Piet zat naast de kerk te genieten van zijn sigaretje en zijn cola. Hij is al lang overleden, na een slepende ziekte.

Wat opvalt in de groep fietsers, is de zorg die zij voor elkaar hebben. Altijd is er een dokter of kinesitherapeut mee en ook een defibrillator. Gelukkig is die nog nooit nodig geweest. ‘Fietsen is in feite een betere medicatie dan heel wat pillen,’ zegt de arts. En daar is hij rotsvast van overtuigd. En ook de solidariteit in de groep is nog de beste remedie van al.

Jos

‘Ik vergeet je nooit’

Ik sta er telkens opnieuw van versteld hoe spontaan kinderen kunnen zijn en hoe verrassend ze soms uit de hoek komen. Laatst bij het slapen gaan, gaf ik zoals gewoonlijk een kruisje op het voorhoofd van onze zoon, met de gekende woorden: „God zegene en beware je”.

Hij kijkt me aan en zegt: „Mama, binnenkort moet ik geen kruisje meer krijgen, hé?”. „Neen? Hoezo?”, reageer ik verwonderd. En net als hij iets wil zeggen, begrijp ik wat hij bedoelt. Hij begon zopas in het eerste leerjaar en doet dit jaar zijn eerste communie. „Dan krijg ik ‘het brood van Jezus’, hé?”, zegt hij met een grote glimlach. Ik glimlach terug. Zo denkt hij er dus over…

Ik geef hem nogmaals een kruisje op zijn voorhoofd en leg uit dat dit gebaar wil zeggen dat ik wil dat het goed met hem gaat. Hij steekt meteen zijn hand uit en doet hetzelfde bij mij. „Mama, ik zal jou ook nooit vergeten”, zegt hij. „Daar ben ik blij om, jongen”, zeg ik en ik stop hem onder.

Met een gevoel van verwondering verlaat ik de kamer. Het leven hoeft niet ingewikkeld te zijn. Soms maken wij het moeilijk. De eenvoudigste woorden en gebaren zijn vaak de mooiste. En die moeten we bewaren, voor altijd.

Liselotte

Loslaten

Wat gaat de tijd snel. Alweer elf dagen ver in het schooljaar. Na drie weken vakantie, lekker cocoonen aan de Nederlandse kust, is het toch wennen. De oudste gaat naar de eerste kleuterklas, maar heeft nog dezelfde lieve juf als in zijn instapklasje. Ze zijn maar met negen, een luxe in deze tijd. Dus ik ben er nogal gerust in. Hoewel… Als hij weent als ik hem afzet, en me nog ‘een zoentje en een knuffel’ wil geven en wat onwennig en beteuterd staat te kijken, ben ik toch bezorgd: is hij wel gelukkig? Vindt hij zijn weg? Praat hij daar ook honderduit tegen iedereen? En vinden ze dat soms niet te vervelend, te vermoeiend?

Ook de jongste heeft het moeilijk. Blijkbaar huilt ze anderhalf uur als ik haar afzet aan de kribbe. Oei, is dit het leven dat ik wil, haar hier zo achterlaten, moederziel alleen, terwijl ik ga werken? Ooit zal ze wel ontdekken dat haar moeders-ziel haar nooit alleen laat, en haar hart breekt als ze haar zo hoort huilen tot buiten. Maar nu…

Elke dag opnieuw, hen letterlijk loslaten. Hun eigen weg laten gaan, zoeken, met vallen en opstaan. En tegelijkertijd er op vertrouwen dat ze nooit moederziel alleen zijn, maar er altijd Iemand is die hen nooit los zal laten en waakt. Tot ik hen weer ’s avonds bij de hand kan nemen en terwijl ik hen daarna bij de hand hou.

Ellen

Ritme

“Spélen”, roept ze uit bij de aanblik van de speeltuin. In de ogen van dit kleine meisje moet deze plek wel gigantisch lijken.
“Eten”, zegt de moeder gedecideerd. “Dan spelen”.
Maar zelfs de belofte van frietjes met curryworst kunnen haar niet op andere gedachten brengen. Ze zet vastbesloten koers richting schommel en glijbaan.
De moeder zucht maar laat begaan. Ach, het is vakantie, dan worden strikte etenstijden wel eens door de vingers gezien. Bovendien ziet ze haar dochter genieten en lacht ze geamuseerd bij zoveel  eigenwijsheid.

Ondertussen is het september. Het vaste school- en werkritme structureert onze dag. Toch neem ik dat guitige ‘speel-meisje’ in gedachten mee. Om ook buiten de vakantie te durven loslaten. Om de planning aan de kant te schuiven en in te gaan op wat er zich aandient.

“Spélen”, riep het meisje. Alsof God aan het werk was, knipoogde en wou zeggen dat het zo goed is.

Sylvie

Honderd maal gezin

Honderd blogs op ‘I wonder’: dat vieren we!

We vroegen elk van onze bloggers om 10 woorden, woorden die méér en Méér vertellen over hun gezinsleven. Voor welke 10 woorden zou je zelf kiezen?
Print ons woordenspel maar af, om op te hangen aan de koelkast.

(Klik op de afbeelding en je ziet de woordwolk in het groot)

TEL_HV_versie_1-page-001

Dirk, Ellen, Jo, Jos, Katie, Kolet, Liselotte, Nele, Sylvie, Wim