Meegroeiboom

Onze kerststal en kerstboom zijn meegroei-attributen. Lang geleden, in het eerste jaar na onze trouw, investeerden we in de beeldjes van Maria, Jozef en het kind in de kribbe. Dat was een onderdeel van een uitgebreid geheel aan beeldjes, die veel te duur waren om allemaal ineens te kopen. Het daaropvolgende jaar discussieerden we er met vrienden over, of we eerst de herders of de wijzen uit het oosten als volgend onderdeel zouden aanschaffen. Het werden de wijzen. Nog een jaar later volgden een paar herders met schapen. Toen onze drie pleegkinderen in huis kwamen, kochten we drie jonge figuurtjes en gaven die hun namen. Later volgden de beeldjes die onze eigen kinderen voorstelden. Er kwamen nog een engel, een knecht met kameel en een musicerende herder bij. Het Jezuskind werd elk jaar opgeborgen in een la tot op kerstavond. Pas dan mocht de jongste het kind in de kribbe leggen. Ooit gebeurde het dat het Jezuskind op kerstavond zoek was en we het pas de volgende ochtend, in een andere la, terugvonden. Ook dat vertellen we nu elk jaar opnieuw, net als het echte kerstverhaal.

Ook de kerstboom groeide mee. Elk jaar hangen er meer versieringen in. Van elke vakantiebestemming proberen we iets mee te brengen om in de boom te hangen: een Zwitserse koebel, een plaasteren krekel uit de Provence, een houten kruisje uit Assisi, een geschilderd klokje uit Istanbul. Ook onze kinderen en zelfs onze vrienden denken er soms aan om iets vanuit hun verre vakantiebestemmingen mee te nemen. Zo kreeg ik onlangs van een lieve vriendin een houten kaarsje uit Finland. Onze kerstboom wordt zo steeds meer een boom vol herinneringen. Een strak design of een harmonisch kleurenpalet heeft hij niet, maar hij puilt uit van de warme verhalen. En dat is misschien wel waar het met Kerstmis om gaat: God die zijn liefde letterlijk handen en voeten gaf. Daar stappen wij dankbaar in mee.

Kolet

De soep van de moeder

Of je het nu hebt over een moeder of een grootmoeder, zij hebben toch iets speciaals. Ik zie ons moeder nog staan koken boven de Leuvense stoof, met een van haar specialiteiten: tomatensoep met balletjes.

Als kinderen waren wij er verlekkerd op. De soep vind ik het beste deel van de maaltijd. Zoals het in de Bijbel staat, zou ik er mijn ziel voor verkopen. En toen wij pas getrouwd waren en nog in dezelfde straat als mijn ouders woonden, mochten wij elke week een kannetje soep gaan halen.

‘Want ja, wij werkten allebei in het onderwijs en dat is al druk genoeg,’ zei moeder. En die gave heeft Ria blijkbaar van die moeders overgeërfd. Als er in ons gezin een familiefeest gehouden wordt, kan dat natuurlijk niet zonder soep.

Onze kleinkinderen vinden ze natuurlijk de lekkerste soep van de wereld. Alleen de kleur speelt soms wel een rol: groen of geel of rood. Zolang de illusie maar hooggehouden wordt dat er niet dit of dat inzit, of juist wel dit of dat, wordt ze met smaak gegeten.

Onlangs werden de catechesekinderen opgeroepen om voor een goed doel soep te helpen koken. Voor de Schakel, een vereniging waar armen het woord kunnen nemen en elkaar kunnen ontmoeten. Ongeveer 50 pompoenen moesten eraan geloven.

Op één voormiddag werd ongeveer 1000 liter soep gemaakt en huis aan huis verkocht. Het was trouwens een van de sociale activiteiten om de kinderen in contact te brengen met onder meer armoede in onze samenleving.

Waar soep al niet goed voor is. Jong geleerd is oud gedaan. Zo heeft Ria met Marie, onze oudste kleindochter van 11 jaar, al enkele keren een kooksessie ondernomen. Dat is wel belangrijk om die vaardigheid niet uit de familie verloren te laten gaan.

Je kunt er niet vroeg genoeg aan beginnen. Met meisjes gaat dat natuurlijk wat gemakkelijker dan met jongens. Hoewel je natuurlijk de juiste taken moet uitzoeken die de kinderen op die leeftijd al aankunnen. Op een speelse manier wordt dan geleerd hoe de tafel in het centrum van ons leven staat.

Jos

Sinterklaas

De tijd van de geschenken is aangebroken. Na Halloween komt algauw Sinterklaas aangereden op zijn witte schimmel. Zolang het nog kan en mag, natuurlijk. Eerst heeft hij het kruis op zijn mijter moeten verwijderen. En nu staan zijn ‘zwarte pieten’ ook al ter discussie.

Wij hebben ooit zijn kerk in Myra, aan de zuidkust van Turkije, bezocht. Het was een indrukwekkende belevenis, een kerk in de rotsen uitgehouwen met nog mooie fresco’s op de muren. De heilige bisschop is altijd verbonden geweest met kinderen. Daar getuigen heel wat mythische verhalen van.

Want kinderen hebben nog de fantasie om het wonder te zien, zou je durven geloven. Natuurlijk, als ze niet te jong zijn. Weet je wat mij ooit overkomen is, meer dan 30 jaar geleden? Ik werd rond 6 december gevraagd om ‘Sinterklaas te spelen’ voor de turnkring of een of andere jeugdbeweging. Zo echt verkleed als goedheilig man, met een gulden boek, waarin de brieven verstopt zijn die grote mensen over hun kinderen willen schrijven.

Onlangs werd ik weer opgeroepen door het Sint-Pieterscollege van Leuven om opnieuw mijn blijde intrede te doen. Dit keer voor de kinderen van de leraren. Het zal er wel alles mee te maken hebben dat onze jongste zoon Filip daar ook lesgeeft. Heel vaak willen de ouders deze brave Sint wel eens misbruiken om hun opvoedkundige verzuchtingen aan hun kinderen over te maken.

Maar het sterkste verhaal is toch wel die avond van lang geleden. Ik was mooi verkleed en dacht nog even in volle glorie te verschijnen voor onze oudste zoon, Koen, die toen twee en een half jaar oud was. Ik wilde hem verrassen en belde aan, getooid met mijter en staf en mijn gezicht verborgen achter een lange witte baard.

Zelfs Ria was van dit ‘blitzbezoek’ niet op de hoogte. En toen ging de deur open en kwam onze kleine dreumes aangelopen. Hij keek zich de ogen uit. Ik gaf hem een witte hand en zei: ‘Dag Koentje.’ En onmiddellijk, zonder verpinken, kwam het antwoord: ‘Dag vake.’

Alleen een kind kan door een masker heen kijken!

Jos