Voorzichtig trek ik de grote giraf-sticker van de muur. Terwijl ik nog niet helemaal klaar ben, plakt onze zoon een legoposter op de vrijgekomen plek. Een figuur van lego chima. Een gedrocht in mijn ogen. Zijn vastberadenheid treft me. Hij is kleuter-af. Vanaf nu is de kamer alleen maar s-t-o-e-r.
“Dat zachte olijfgroen vind ik ook maar niets”, grommelt hij. “Knalrood wil ik.” Ik beloof hem een door zijn mama nieuw geschilderde kamer tegen zijn eerste communie. In afwachting daarvan hangt hij al een rood doek aan de muur. Zo, dat is beter. Hij heeft duidelijk geen last van weemoed. Als mama sta ik daarentegen stilletjes met de verfrommelde giraf in mijn handen. Een schattig, lief, kleurrijk beest. Maar niet meer voor stoere jongens.
Als kind had ik ook nooit last van een nieuwe levensfase. De toekomst lonkte. Het werd altijd beter, behalve na mijn studententijd. Toen dacht ik dat het leven niet mooier kon zijn dan het studentenbestaan. Tot ik nieuw leven in mijn armen hield.
Ineens was er volop léven. Net zoals voor onze zoon nu. Het leven als stoere 6-jarige wenkt. De kamer ademt belofte.
Sylvie