Oma, ik zal voor je bidden

‘Oma, ik zal voor je bidden’ hoor ik onze dochter aan telefoon zeggen. ‘Een weesgegroetje, of neen oma, twee weesgegroetjes’. Ik hoor hoe ze oma moed inspreekt vlak voor haar operatie en hoe ze herhaalt dat ze voor oma zal bidden. Het verrast me dat onze opgroeiende tiener dat zegt, want ze distantieert zich steeds meer van alles wat met geloof en kerk te maken heeft.

‘Ik zal voor je bidden’ – het houdt me nu al een paar dagen bezig. Het fascineert me. Het is alsof me een spiegel voorgehouden wordt. Hoewel ik regelmatig voor anderen bid, zeg ik hun dat nooit. ‘Ik zal aan je denken’ of ‘ik duim voor je’ of ‘ik zal een kaarsje voor je laten branden’ – ja, dat zeg ik wel. Maar ‘ik zal voor je bidden’ – neen, dat zeg ik eigenlijk nooit. Is het uit onwennigheid of uit lauwheid? Of omdat bidden iets persoonlijks is, iets van mijn binnenste binnenkant? Ik weet het niet.

‘Ik zal voor je bidden’ – misschien ga ik het toch eens zeggen. Misschien …

Jo

Basisvertrouwen

Sinds onze zoon kan lezen, verslindt hij het ene boek na het andere. Ook strips trekken sinds kort zijn aandacht. In de wagen leest hij ze voor aan zijn jongere zus. Zo ook op de heen- en terugweg van school. De afstand is altijd te kort en daarom liggen er nu ook kleinere boeken tussen hen in op de achterbank.

Onlangs las hij een kort verhaal voor over een konijntje dat zijn mama zoekt. Het boek was net uit toen ik aan de schoolpoort parkeerde. Spontaan vroeg ik wat het verhaaltje hen ‘geleerd’ had. Ik verwachtte iets in de zin van ‘soort zoekt soort’ of dat wie bij elkaar hoort, op elkaar lijkt, maar niets van dat alles.

„Dat je niet ongerust moet zijn”, zei onze zoon. „Hoe bedoel je?”, vroeg ik verwonderd. „Dat mama of papa je altijd komt halen”, zei hij, alsof het de grootste vanzelfsprekendheid is die bestaat. „Dat is waar”, bevestigde ik zijn spontane reactie.

Je weet het wel of en dat het basisvertrouwen bij je kinderen er is, maar het – onverwacht – uit hun mond mogen horen, doet deugd. Met een, nog meer dan anders, gerust hart, en een extra dikke knuffel, laat ik hen aan de schoolpoort achter. „Tot vanavond”, roep ik nog. „Mama komt je halen…” En weg zijn ze, een nieuwe dag vol avonturen tegemoet.

Liselotte

Ochtend

Ik hou van de vroege ochtend.
Dat uur waarop bijna iedereen nog slaapt, en enkel het bleker wordende oosten fluistert dat het geen nacht meer is.
De wereld ademt stilte. Het huis ademt rust.
In de hoeken van de kamers sluimeren nog de stemmen van gisteren – het gezang van de Paaswake, en het stoutmoedige ‘zalig pasen’ dat we elkaar wensten, al was dat toen een beetje te vroeg. Dat mag. De steen is al weggerold.
Op de eettafel in het midden, waar het reeds dag is, tintelt het van belofte. Onstuitbaar is het licht – het zal straks de hele woonkamer vullen. De slaapkamers. Het huis. De wereld.
Hij is verrezen.
Zo is het elke ochtend.
Maar heel bijzonder deze ochtend. Pasen, de ochtend par excellence.
De ochtendste ochtend van alle ochtenden.
Nog even en iedereen zal ontwaken.
Is het ooit heerlijker ontwaken dan vandaag?
Zalig Pasen!

Katie