Het is al laat als we onze wijk binnenrijden. De kinderen moesten eigenlijk al in bed zitten, maar ach wat, het is grote vakantie. Oeps, ook nog waar, morgen is het rommelmarkt. De wagen moet dus buiten de wijk geparkeerd worden. Na lang zoeken, vinden we een plaatsje, een beetje verder van huis af dan ik hoopte. Er zit niets anders op dan vlug door te stappen. Vader en dochter lopen een eindje voorop en kunnen nog net het kruispunt oversteken. Het voetgangerslicht staat op rood, dus ik blijf achter met de zoon.
Ik weet maar al te goed dat het verkeerd is, maar omdat er in de verste verten geen wagen te bespeuren valt, pak ik hem bij de hand en lopen we samen het zebrapad over.
„He, wat doe je nu? “, roept mijn man verbaasd. „Dat mag niet. Je geeft hen het verkeerde voorbeeld.” Ik besef meteen mijn fout, maar ook dat ik die helaas niet meer ongedaan kan maken. Tijd voor verkeersopvoeding , over hoe gevaarlijk het wel is om over te steken als het rood is, ook als er geen wagens afkomen en dat mama dat niet had mogen doen…
Samen stappen we verder, maar ik zit ermee in mijn maag. „Waarom ben ik toch zo gehaast? We waren al laat. Het komt nu toch niet meer op die twee minuten….” Terwijl we verder stappen en ik me in gedachten nog wat kwaad maak op mezelf begint onze zoon plotseling te zingen: „Oeps, ik was fout, ik heb weer overdreven. Goede God, met uw hart van goud. Wilt u mij vergeven?” Een liedje uit de viering van zijn eerste communieviering enkele weken geleden. Hoe toepasselijk! En hoe fantastisch dat hij dat nog weet en er op het juiste moment weet mee uit te pakken. Meteen zingen we het nog eens samen en stappen lachend en hand in hand verder.
Aangekomen in onze straat, een klein doodlopend straatje, zetten broer en zus het op een lopen. Een sprintje tot aan de voordeur. „Laat zus voor één keer winnen”, roep ik hen na, wetend hoe dergelijke sprintjes meestal eindigen. Maar het is al te laat. Zus krijgt een duw en even later zijn er de traantjes. Gelukkig ziet broer het meteen in en samen gaan we zingend naar binnen: „Oeps, ik was fout…” Ik denk dat het communierefreintje nog dikwijls van pas zal komen… En het heeft wellicht meer effect dan een lange ‘preek’.
Liselotte