Het is een onderneming om in deze tijd van het jaar te gaan fietsen, zeker als je een klein kind meeneemt. Je moet het een jas aantrekken en een muts opzetten. Wantjes waarvan de duim telkens fout lijkt te staan. Om het smalle halsje wikkel je een sjaal. Daarbovenop komt nog een helm en een fluovestje. Als je klaar bent, staat er een kleine astronaut voor je, die door al die lagen een beetje wankel is geworden. Zelf ben je inmiddels oververhit, en dan moet de rit nog beginnen.
Met de astronaut op het voorzitje fietsen we door de stad. Hij levert commentaar op alles wat hij ziet en ik geef uitleg, beaam en geniet van al dat denkwerk onder het helmpje. Af en toe stop ik mijn neus in zijn met sjaal omwonden nekje, puur voor het plezier. Dan denk ik aan die mooie tekst uit het boek Spreuken: ‘Mogen liefde en trouw je nooit verlaten, wind ze om je hals, schrijf ze in je hart.’
Zalig Kerstmis.
Kolet