Onze oudste kleinzoon Bran is vorig jaar 13 geworden. Opeens begint hij de hoogte in te schieten. Met mijn 1,73 meter – als ik dat tegenwoordig nog haal – zal het niet lang meer duren voor hij mij moeiteloos passeert.
Hij volgt de ‘Lange Weg’ als voorbereiding op het vormsel op 17 jaar. Met Nieuwjaar had hijzelf nog een brief ontworpen, zeg maar van het internet geplukt, en bij de knuffel achteraf viel het me op dat wij niet zoveel meer in lengte verschillen.
We hebben het gemeten en inderdaad, nog een kleine neus in mijn voordeel. ‘Lange zwik’ zouden we hem best kunnen noemen, want in het Middelnederlands betekende dit ‘dunne twijg’. Bovendien begint zijn stem eigenaardige grilletjes te vertonen, alsof die aardig bezig is om de dieperik in te gaan.
Toch meent hij het ernstig met zijn jarenlange tocht via de ‘Lange Weg’. Geregeld hebben zij – onder begeleiding van geïnteresseerde ouders-catechisten – een activiteit van sociale, religieuze en filosofische draagwijdte. Uiteraard was het kerstfeest daar een goed voorbeeld van, waarbij de vijf kernen elk een deel van het programma op zich moesten nemen.
Uiteraard is dit niet meer te vergelijken met de voorbereiding van het wel erg korte traject rond 12 jaar dat wij meemaakten. Daar kwamen zelfs nog examens bij te pas in de vorm van catechismusvragen en het resultaat was te zien in de volgorde waarin wij onze plechtige communie mochten doen.
Bran neemt het allemaal nogal kritisch en filosofisch op. Sinds hij nog niet zo lang geleden van zijn peter en meter een gsm kreeg, gaat de wereld nu eindelijk voor hem open. Voordien had hij er weinig belangstelling voor, maar nu is dit kleinood een bron van ‘gamen’ en toegepaste informatie.
Zo is groot worden in de wereld – met een goede begeleiding van ouders en grootouders – een zaligheid voor beide partijen. En liefst geen gezeur over de goede oude tijd. Want vandaag is toch de tijd waarin ons nageslacht mag leven en hopelijk hebben wij die met zorg voorbereid.
Jos