Tête-à-tête

‘En na de revalidatie in Buggenhout, dan ga ik met mijn papa even naar de Panos een broodje eten en hebben wij een tête-à-tête,’ zegt Lut van tien jaar met overtuiging. ‘En waarover gaat het dan precies?,’ wil ik nog even weten.

‘Dan kan ik mijn hart eventjes luchten. Het hoeft niet lang te duren, maar we kunnen dan over belangrijke zaken doorspreken,’ gaat ze driftig verder. We zitten weer met alle kleinkinderen op dinsdagmiddag rond de ‘krakende meneertjes’.

Lut is er eentje uit de duizend. Haar ouders wonen niet meer samen en zo wordt het elke week weer puzzelen of ze nu bij de mama of de papa verblijft. Toen ze nog heel klein was en de scheiding er onvermijdelijk leek aan te komen, stonden wij uiteraard klaar om dit ‘gebroken gezin’ zo goed mogelijk op te vangen.

Als ik me nog goed herinner, is zij ergens in Amsterdam verwekt, in een ultieme poging om de relatie toch nog recht te trekken. Wat uiteindelijk meestal niet gebeurt. Haar wispelturige karakter zal ook wel onder deze stormen van het leven geleden hebben.

Als de kinderen samen speelden, koos zij steevast voor de rol van directeur. De anderen waren dan de kindjes in de klas die zij zo goed en zo kwaad mogelijk bemoederde. Ondertussen heeft zij het derde leerjaar overgedaan en gaat zij ook twee keer per week naar de begeleiding.

Tegenwoordig wordt een kind al gauw met een stempel van ADHD of iets dergelijks gekenmerkt, maar in feite is het goed dat er ook een aanpak bestaat voor gedragsmoeilijkheden. Anderzijds heeft Lut heel wat capaciteiten, die zij naar hartenlust kan ontwikkelen, zoals bijvoorbeeld acrogym en dansen. Op dat vlak is zij de laatste jaren sterk gegroeid.

En zij kan, net als haar moeder, mooi en haarzuiver zingen. Dat doet zij maar al te graag in een of andere gezinsviering, of het nu om een kerstliedje of een popnummer gaat. Bij een bezoek is zij altijd de eerste die even komt ‘flodderen’. Zij zal haar weg wel maken, daar zijn wij nogal gerust is. Want zij weet echt van aanpakken.

Jos

Iedereen mag het horen

Sinds een half jaar ongeveer is er een nieuwe misdienaar bij ons in de kerk. Een kleine jongen met een mentale beperking heeft de groep vervoegd. Er kwamen wat aanpassingen. Zo komt zijn misdienaarskleed een beetje hoger van de grond om valpartijen te vermijden. Bij de intredestoet loopt er altijd een ervaren misdienaar naast hem. De grote kaars is een kleiner exemplaar dat gemakkelijker in de hand ligt. Water en wijn worden apart aangebracht, zodat hij het kannetje met twee handen kan vasthouden.

Hoogtepunt van de zondagsviering zijn de twee slagen op de gong. Ruim op tijd staat hij klaar met de hamer in aanslag. Een van de oudere misdienaars staat naast hem zodat de slagen op het juiste moment gebeuren. De gong wordt netjes voorbereid. De eerste slag is er altijd ‘boenk’ op: de gong slaat net niet tegen de muur. De aanwezige kerkgangers hebben het geweten. En gelijk heeft hij: Iedereen mag het horen!

Els

 

Uiteraard

In de klas van kleinzoon speelt de juf met rijmwoorden. Zij gooit een woord in de groep, en de kinderen mogen daarop rijmen. ‘Taart’, zegt ze. Kleinzoon glimlacht fijntjes en pareert met het woord ‘uiteraard’. Hij is vier en vindt niets leuker dan net boven zijn niveau spelen. Aan de lopende band probeert hij met branie woorden en uitdrukkingen uit tot ze helemaal juist zitten. ‘Ik heb de indruk dat de soep lekker is’, zegt hij bijvoorbeeld. Zo leert hij elke dag bij.

Het is een houding die we als gelovigen voortdurend innemen. We spreken met God, ook al zien we hem niet. We gebruiken woorden als genade, vergeving, eeuwig leven, ook al kunnen we nog niet half bevatten wat dat allemaal inhoudt. Maar we doen het met de bravoure van mijn kleinzoon: als je het zegt, wordt het al een beetje waar. Door het woord te gebruiken, wordt het echt. Zo groeien we langzaam in die nieuwe werkelijkheid, tot we er helemaal deel van uitmaken.

Je moet ergens beginnen. Ook al gaat er nog heel veel boven ons petje. Misschien vindt God ons soms net zo schattig als hij ons bezig hoort als ik mijn kleinzoon. Want hij houdt van ons. Uiteraard.

Kolet