Een toevallige ontmoeting in een tussenstophotel op weg naar onze vakantiebestemming. Bij het ontbijtbuffet zitten er Belgen aan het tafeltje naast ons: papa, mama, een schattig kleuterdochtertje en een zoon die volop in de melktandenwisselfase zit. Ze vertellen hoe ver ze nog moeten en dat ze hopen op een reis zonder files. Met de kinderen achterin… Mijn man en ik knikken begripvol.
Jullie doen het lekker rustig met zijn tweetjes, dat is genieten! zegt de mama een beetje jaloers.
Met de kinderen is het ook genieten, zeg ik. Ik denk wel eens met weemoed terug aan onze volle achterbank.
De mama knikt. Natuurlijk, zegt ze. Maar toch… Er is altijd iets. Ze wijst naar haar zoon. Hij wilde per se twee chocoladekoeken, en natuurlijk heeft hij na één koek geen honger meer… Ik vind dat zoiets niet kan en dus zeg ik er wat van.
Opvoeden stopt nooit, ook niet op vakantie, lach ik.
Ach, op vakantie mag het toch wat minder, probeert mijn man. Hij knipoogt naar de jongen.
Die lacht zijn ontbrekende melktanden bloot.
Ach ja, schokschoudert de mama, het is tenslotte vakantie!
We lachen erom als we verder reizen.
Zal het ons ook lukken om ons wat minder te ergeren of te stressen, omdat het vakantie is?
In de kathedraal zien we een kapiteel met een beeld van Abraham, die met uitgestrekte armen een doek openhoudt, zodat alle dode mensen van goede wil in zijn schoot kunnen rusten. Ik krijg er meteen een heel ontspannen gevoel van.
Waarom zou je eerst moeten sterven om te mogen rusten in de schoot van Abraham? Deze vakantie neem ik alvast een piepklein voorschotje. Dat vindt Abraham vast wel goed.
Kolet