Op de adem van de Geest

“Op de adem van de Geest, zoeken wij het diepe spoor, lala lala lalalaaa, ook vandaag… we gaan ervoor”. De vijfjarige zit achteraan op mijn fiets. En ze zingt dit refreintje opnieuw en opnieuw en opnieuw. Inclusief de lalalala in het midden van het refrein, want het lukt haar maar niet om de ganse tekst te onthouden.

Ze leerde het op een gezinsvakantie een paar maanden geleden. En sindsdien komt het keer op keer voorbij tussen de K3 liedjes door.

De Geest zit in haar hoofd zegt ze. En ze heeft het vanmorgen ook in het hoofd van haar broer gestoken zegt ze. Ook hij loopt thuis dus al zingend “op de adem van de Geest” te zingen.

Straks probeer ik tijd te maken om de pianobegeleiding in te oefenen, zodat we het binnen een paar dagen op de doopviering van haar baby-broer kunnen zingen. Zo komt de Geest misschien ook in zijn hoofd, of nog wel liever in zijn hart.

Lies

De schoenenboom

‘En vond jij die nieuwe jongen Stef leuk?,’ vraagt Naud van 10 in de auto. ‘Ja, maar jij hoeft je niet te mengen in mijn privéaangelegenheden,’ repliceert zijn broer Bran van 14 gevat. Het nieuwe werkjaar van KSA en Roodkapjes begint vandaag.

We hebben weer een druk maar zalig weekend voor de boeg, waarin onze drie kleinkinderen bij ons komen overnachten. Het begint ’s morgens al met een voetbalmatch voor de jongste. Wij komen net op tijd uit een mooie huwelijksviering om hem ’s middags op te halen.

Terwijl wij in de namiddag naar de receptie mogen, vinden de drie hun weg naar het Jeugddorp Vijverbos vlakbij. Het wordt voor iedereen een prachtige namiddag en ’s avonds aan tafel worden uiteraard de belevenissen uitgewisseld.

De jongsten werden verwelkomd met het spannende thema van de Drie Musketiers. Voor Bran is er de klassieke ‘boenktocht’, een even avontuurlijke tocht ‘dwars door alles heen’. Voor Marie, de oudste, wordt een denk- en zoekspel georganiseerd, zodat zij uiteindelijk bij de nieuwe leidsters uitkomen.

Bran moest onder meer met zijn bende door een riool sluipen. De ouders waren er wel op voorbereid om niet de beste kleren mee te geven. Na de tocht konden de jongens douchen en propere spullen aantrekken. Bran neemt de raad zoals steeds nogal letterlijk en had zijn vuile kleren bij het vuilnis gekieperd en zijn schoenen in de schoenenboom opgehangen.

‘Ze waren toch al te klein,’ vond hij. Om de kwalijke geuren helemaal te verdrijven werd er bij ons thuis nog maar eens gedoucht. En na het avondeten konden we op verkenning in het gloednieuwe culturele centrum Binder, waar een reuzenrad de bezoekers verwelkomde.

Het zijn stuk voor stuk zalige weekends, als de kleinkinderen komen logeren. Zondagmorgen is het natuurlijk altijd vroeg. Toen ik een schaduw op onze kamer voelde, bleek het nog maar 6.48 uur te zijn. En dan halen we uiteraard verse broodjes en koffiekoeken bij de warme bakker.

Gelukkig heeft onze zoon nog wat kleding kunnen recupereren!

Jos

Fluisteren

Kleinzoon vertelt elke dag wel iets wat hij over God heeft bedacht, zegt mijn dochter.

De laatste tijd gaat het vaak over het weer. Hoe God er precies voor zorgt dat het regent of de zon schijnt. Alles wat van boven komt, komt van God, zo redeneert hij.

Mijn dochter weet niet altijd goed hoe ze moet antwoorden op zijn vragen. Ze wil geen dingen zeggen, die binnenkort drastisch onderuitgehaald worden door zijn groeiende kennis van hoe de wereld in elkaar zit. Maar ze wil hem ook zijn vanzelfsprekende band met God niet afnemen. Het is een beetje zoeken.

Maar kleinzoon vindt op zijn eigen maat de weg naar God.

‘Mama, God praat niet, hè?’ zei hij onlangs. ‘Ik denk dat hij fluistert.’

Op zijn vijfde heeft kleinzoon al door dat je goed moet luisteren om God te verstaan. Daar hoef je als volwassene niets meer aan toe te voegen.

 

Kolet

Knusje

“Nog een knusje”, roept Jade van zeven, als ze ziet dat ik vertrekkensklaar sta. Ze wil ‘kusje’ zeggen, of ‘knuffel’, maar haar hersenen maken er ‘knusje’ van.

Niet veel later op de fiets bedenk ik dat het toch een mooi woord was, dat ‘knusje’.
Want betekent ‘knus’ niet in eerste plaats die plek waar je warm en gezellig ontvangen wordt met een knuffel of een kus?

Misschien is Jades ‘knusje’ wel de vertaling van dat moeilijke ‘Rijk Gods’. Een plek waar God aanwezig is, kan alleen maar een plaats zijn waar ruimte is voor een tedere knuffel of een kus, een gebaar waarin God voor ons even tastbaar is. En al staat ‘knusje’ niet in de Van Dale, God zou het zeker prima vinden.

Sylvie

Ratio

‘Godly Play’ staat er op onze familiekalender.

Wat is dat dan precies vraagt een vriendin, die op bezoek is. Ik probeer iets uit te leggen over bijbelverhalen, over verwondering, over materiaal, over het verhaal beleven zoals de kinderen het zelf aanvoelen,… Maar ik voel dat het moeilijk is om de essentie over te brengen.

De vriendin verwondert zich. Jij bent zo rationeel, hoe kan dat geloof in jullie gezin dan zo’n belangrijke rol spelen?

Alsof het zwart en wit is. Alsof je als rationeel denkend persoon geen ruimte meer hebt voor wat ons overstijgt en verbindt. Woorden om dat rationele aan iemand uit te leggen die heb ik met hopen, dat is makkelijk. Woorden om dat gelovige aspect uit te leggen, valt mij al een pak moeilijker.

Hoe eeuwenoude verhalen toch nog tot je kunnen spreken de dag van vandaag? Dat je je verbonden voelt met andere gelovigen? Dat je voelt dat er meer is? Ik krijg het maar moeilijk uitgelegd.

Misschien net daarom dat Godly Play een beetje voelt als thuiskomen.

Lies