Alpa-kusje

Het is algemeen bekend dat Sint-Franciscus goed met de dieren kon omgaan. De vele verhalen over de wolf van Gubbio en de vogeltjes in het woud getuigen daarvan. Maar het zijn toch niet alleen heiligen die een speciale band met dieren hebben. Ook kinderen zijn er graag bij.

Neem nu Lut van 11 jaar. We kregen een WhatsAppberichtje van een goede 20 seconden. Naast het huis van onze dochter Mieke ligt de wei van boer Luc. En die heeft wel heel speciale troeteldieren: een aantal witte alpaca’s met een lange nek.

Hij gaat daar af en toe mee wandelen in het dorp of naar een zomers muziekfestival. Een van die dieren heeft zelfs de naam Jos gekregen, wellicht genoemd naar zijn vader. En in feite zien het er heel verstandige beesten uit.

Op dat filmpje is te zien hoe Lut tegen Jos aan het vertellen is. En we horen de commentaar van kleine Nelle op de achtergrond. Wij horen haar fluisteren: ‘Jos, een kusje!’ Eerst gebeurt er weinig. Het rustige dier kijkt in de camera en weet niet goed wat er moet gebeuren.

Maar na enig aandringen gaat de zachte mond langzaam naar de wang van Lutje toe. Het is alsof het dier erkent dat vriendschap tussen kinderen en huisdieren, ook al zijn dat niet de meest gewone, wel echt kan bestaan.

We volgen het stemmige tafereeltje met arendsogen. We horen nog eens de smekende stem van Lutje: ‘Kusje, kusje’. En dan opeens gebeurt het wonder. De statige alpaca buigt zich wat voorover en zoent Lutje met zachte lippen op de rechterwang.

De betovering duurt maar heel even, maar toch zijn we verwonderd over de gave van het meisje als dierenfluisteraar. Op school moet Lut heel hard haar best doen om het tempo te kunnen volgen. Maar wellicht beschikt ze over heel wat aparte talenten die nog ontwikkeld moeten worden.

En als we dan al aan een school na het lager onderwijs moeten denken, zou er wel iets voor haar weggelegd kunnen zijn in de richting van dierenverzorging. De tijd zal het wel leren, maar de fiere alpaca heeft misschien nu al de weg gewezen.

Jos

 

Hostie

Zoon en zijn vriendin zitten in de periode dat veel van hun vrienden trouwen. Sommigen zelfs voor de kerk.

Op een van die huwelijksvieringen in de kerk gebeurt er opeens iets vreemds, vertellen ze me. Een vriend van het koppel gaat te communie en stopt de hostie in zijn mond. Meteen begint zijn vriendin luidkeels te roepen: ‘Spuw uit, je mag dat niet opeten!’

Geschokt kijken de andere vrienden toe. Mijn zoon vertelt wat er door zijn hoofd ging: ‘Is die jongen misschien niet gedoopt? Of heeft hij zijn communie niet gedaan?’

Ook zijn vriendin ging het in die richting zoeken.

Ik niet. Ik weet meteen wat er aan de hand is: de jongen is allergisch voor gluten.

En dat bleek ook de reden voor de commotie te zijn.

We hebben er samen eens hartelijk om gelachen. En ik vertelde dat we vroeger eerst drie, later één uur nuchter moesten blijven voor we te communie gingen, om Jezus niet te confronteren met onze maaginhoud. En hoe we een bruggetje maakten met het communiebankkleed om de hostie op te vangen als hij per ongeluk zou vallen. Erop bijten of hem aanraken mocht ook niet.

Ze lachen erom. Maar ik vind hun reactie bij de trouw in de kerk al niet veel beter. Hoe vreemd is het dat zelfs jonge mensen zo magisch kunnen denken over de hostie. Natuurlijk is Jezus bij ons als we eucharistie vieren. Maar hij smaakt echt veel lekkerder dan een hostie.

Kolet

De mensen zijn blij met mij

Als ik op woensdag of zaterdag inkopen ga doen, kom ik steevast een ouder of grootouder tegen met een peuter of kleuter in het zitje van de winkelkar. Dat was deze week niet anders, maar de ukkepuk die ik nu tegenkwam, was bijzonder. Ik hoorde haar stemmetje al van ver: vrolijk babbelend in heerlijk kleuter-Nederlands. Ze gebruikte af en toe een vreemd woord of een grappige zinswending.

Toen ik in dezelfde gang kwam, zag ik dit guitige meisje dat ik al honderduit had horen praten. Ze had twee leuke staartjes en keek nieuwsgierig rond. Toen ik haar met mijn winkelkar voorbijliep, lachte ik spontaan naar haar. Ze keek me eerst wat verlegen aan, maar toverde dan een grote glimlach op haar gezicht. Haar oogjes straalden.

Ik was nog maar net uit haar gezichtsveld verdwenen of ik hoorde haar tegen haar papa die iets verder stond, roepen: “Paaaapaaaa, de mensen zijn blij met mij.”

“De mensen zijn blij met mij” – wat een heerlijke uitdrukking. Ik moest echt glimlachen toen ik het hoorde. Misschien kende ze de woorden nog niet om te zeggen dat er iemand naar haar geglimlacht had. Of misschien hoort ze haar ouders of grootouders wel vaker zeggen dat ze blij met haar zijn en is ze met die uitdrukking vertrouwd. Hoe dan ook, “de mensen zijn blij met mij” houdt me nu al enkele dagen bezig. Het getuigt van een gezond basisvertrouwen en het doet me denken aan de stem die uit de hemel klinkt wanneer Jezus door Johannes gedoopt wordt: “Dit is mijn veelgeliefde zoon, in wie ik vreugde vind.” Ik vraag me af of dat in kindertaal hertaald niet is wat dat kleine meisje in de winkelkar ervaren heeft: de mensen zijn blij met mij!

Hilde

Kostbaar is gratis

Al fietsend met de kinderen naar school passeren we een huis met een oranje bank ervoor. “Maak bank-contact,” staat er, “en eet een appeltje”. Een rijk gevulde mand met pas geplukte appelen staat naast de bank. Kijk, daar word ik nu eens blij van!

Enkele dagen later staan er een straat verderop papieren zakjes gevuld met noten op de stoep. Een kaartje met “gratis, laat het je smaken!” maakt het geheel compleet.
Zelf zetten we de voorbije maanden geregeld overschotten uit onze moestuin bij onze brievenbus voor de passanten. Mensen belden bij ons aan om te vertellen wat ze zouden meenemen, maakten een praatje of zwaaiden van op hun fiets naar ons. Iemand bracht druiven uit eigen wijngaard mee als ‘ruil’. Het bracht zonder veel moeite een gemoedelijkheid en gezelligheid met zich mee.

Het verhaal van de koopman en de kostbare parel hoef je soms niet ver te zoeken. In onze buurt schitteren er kleine pareltjes langs gevels en stoepen. Het brengt warmte nu de dagen korter en kouder worden. Kostbaar hoeft niet duur te zijn. Meestal is het gewoon…gratis.

Sylvie