Een zinvolle gedachte uit Scandinavië is dat je in de latere jaren van je leven klaar moet zijn met het opruimen van je huis. Wanneer je daar precies mee moet beginnen, heb ik nog niet kunnen achterhalen. Want in feite is ons huis, dat nu 45 jaar geleden gebouwd is, nog niet helemaal af.
Er is al wel heel wat aan verbouwd en vertimmerd. Onze vijf kinderen zijn al jaren de deur uit en de kinderkamers werden ondertussen al voor andere doeleinden gebruikt: als gastenkamer, als secretariaat van een vereniging, als logeerkamer voor de kleinkinderen.
Maar in een periode van grote vakantie dringen we er toch op aan dat onze kinderen hun eigen inboedel van vroeger zelf komen sorteren en opruimen. Onze drie dochters hebben toevallig dezelfde dag uitgekozen, want samen is dat werk blijkbaar heel wat leuker.
‘Kijk eens naar deze liefdesbrief van een jongen uit mijn klas,’ roept ons Hilde verbaasd uit. ‘Ik wist helemaal niet dat hij verliefd was op mij!’ Ze twijfelt er nog even aan om haar cursussen van Germaanse nog langer te bewaren. Ze zal dan maar een kritische selectie maken.
‘Zou ik die boekjes van mijn communie nog nodig hebben?,’ vraagt ons Lieve aan Ria. ‘Misschien kun jij die nu nog gebruiken voor je catechesewerk in de parochie.’ Het kladwerk van haar thesis Kunstwetenschappen kan ze nu met een gerust gemoed achter zich laten.
Onze jongste dochter, Mieke, vindt op haar vroegere kamer nog restanten van onze eerste muziekinstallatie. Een platenspeler weet zij online te afficheren en binnen het uur zijn er al enkele kandidaten voor. ‘Deze kanten sjaal en die zwarte handschoenen ruiken nog naar moemoe!’ Die wil ze graag toch mee naar huis nemen.
Zo wordt ons huis weer een beetje leger en lichter. Nu moeten onze twee zonen, Koen en Filip, nog eens langskomen om hun eigendommen te onderzoeken en op te ruimen. Het enige probleem is dat hun eigen huis ook niet al te groot is. Dus liever toch de schatten op zolder laten, waar ze later dan gezocht en gevonden kunnen worden?
Jos