Rustoord

Het is een woord dat ons wel doet schrikken. Het lijkt zo iets als ‘de laatste haven’ vanwaar uit vele boten moeten vertrekken en nooit meer weerkeren. Onze samenleving probeert oudere mensen zo lang mogelijk in het eigen huis te laten wonen. Maar soms kan het niet langer meer en moet een nieuwe stap gezet worden.

Zo ging het ook met Willy, de broer van Ria. Hij is nu 67 jaar geworden. Bij zijn geboorte was er iets misgelopen en sindsdien heeft hij meer zorg nodig dan zijn leeftijdsgenoten. Een speciale school in Sint-Job-in-’t-Goor leerde hem lang geleden zo goed mogelijk zijn plan trekken.

Later kon hij meehelpen bij zijn ouders thuis op het veld. Bloemkolen planten en oogsten en prei sorteren werden in de vrije tijd zijn bezigheden. Hij kon ook terecht in een beschermde werkplaats, waar het vaste ritme tegemoetkwam aan zijn af en toe autistische trekken.

Na de dood van zijn ouders moesten de broers en de zussen voor hem zorgen, in overleg met de vrederechter. Een broer werd aangesteld als bewindvoerder en 14 jaar lang kon Willy een eigen huisje huren. Elke dag was er toezicht: iemand die kwam poetsen of koken en ook de thuisverpleging volgde hem goed op.

Maar nu is de stap gezet. Als het rustoord – dat woord zijn we nog niet gewoon – zegt dat er een kamer vrij is, moet je gaan. Wzc (woonzorgcentrum) is ook al een vervelende benaming die niet zo vlot in de mond ligt. We zoeken nog een passende naam.
In elk geval zal de nieuwe zorg veel beter zijn. Hij heeft zijn vaste cafés waar hij af en toe naar toe kan voor een drankje zonder alcohol. En drie keer per week mag hij naar het dagcentrum of ‘gaan werken’, zoals hij dat zelf graag noemt.

De overgang was evenwel niet gemakkelijk. Een hele schok was het voor hem, toen hij op een nacht het bezoek kreeg van een medebewoner die zijn pantoffels wilde. Hij was ‘razend’, in zijn eigen bewoordingen. Het zal nog een tijdje duren voor alles in de goede plooi valt, maar de zorg wordt nu door heel wat meer mensen gedragen.

Jos

Heel erg

Een bezoekje aan de tentoonstelling ‘Circle of Life’ in Gent, met foto’s van Lieve Blanckaert.
In het gastenboek schreven heel wat mensen hoe aangrijpend, mooi, indrukwekkend ze het allemaal vonden. Het was inderdaad de moeite. Ik vroeg aan mijn zoon van 7 of hij ook iets wilde schrijven. Dat kostte geen bedenktijd, en ook geen moeite. Ik las: ‘Heel erg’. Meer woorden waren er niet nodig. Hij had verhalen gehoord en foto’s bekeken over kinderen die uitgehuwelijkt werden en over kinderen en vrouwen die sterven in het kraambed. Hij had me meegetrokken, van de ene foto met verhaal naar de volgende, onderweg telkens zeggend ‘mama, dit is nog erger’.
Volwassenen gebruikten mooie woorden om de tentoonstelling te beschrijven. Maar de basale verontwaardiging over onrecht en lijden, hoorde ik vandaag weer maar eens uit een kindermond.

Annemie

Geven en doorgeven

Sommige dingen zijn cool en epic, andere dingen zijn dan weer toxic of spastisch. Radio 1 is voor bomma’s en MNM is de max. Discussies gaan over Fortnite en Overwatch.
Je raadt het al, ik heb tieners in huis. Ze slapen tot de middag, rollen met hun ogen en zouden alleen maar aiki noedels eten. Soms gaan we mee in de flow van dat jonge volkje, en soms geven we tegengas. Geven en nemen, zo gaat dat in de opvoeding.

Als moeder heb ik soms het gevoel dat het vooral geven is. Veel dankbaarheid en enthousiasme krijg je niet terug als de hormonen op hol slaan.

Als God onvoorwaardelijk kan geven, dan moet God wel een Moeder zijn. Een moeder die zichzelf in overvloed wegschenkt. In brood en wijn. In de geurende olie die in de oudtestamentische verhalen rijkelijk over het hoofd uitgegoten wordt van diegenen die tot koning werden uitverkoren. In het chrisma waarmee vormelingen worden gezalfd. God verwacht niet om die rijkdom terug te krijgen maar wil veeleer dat we die onbegrensde liefde doorgeven aan anderen.

Misschien zie ik dat ook wel bij onze tieners. Ze beantwoorden mijn liefde lang niet altijd rechtstreeks. Maar ik word wel warm vanbinnen als ik zie hoe ze vol verontwaardiging opkomen voor een milieuvriendelijke wereld, hoe ze UNO spelen met hun overgrootmoeder of hoe ze tijd maken voor hun kleine zus. Ik ben trots op hen als ik zie hoe ze onze liefde en ons geduld doorgeven op hun eigen manier. En af en toe doen we een oogje dicht. God heeft dat wellicht ook al vaak moeten doen…

Sylvie