‘Hey, vakie,’ hoor ik achter mijn rug roepen. Het is Naud van twaalf, die net klaar is met de voetbaltraining in de sportzaal, want de velden liggen er te nat bij. Hij heeft echte arendsogen. Ik zwaai van op een afstand en als een wervelwind gaat hij er met zijn fiets van door.
Het was nog een van die onbeperkte momenten, voor het gewone leven tot stilstand kwam. Want zwaaien voor of achter een raam zijn we nu al wel gewoon geworden. Het lijkt allemaal zo onwezenlijk, maar toch is het bittere ernst. En ook de kleinkinderen beseffen maar al te goed dat afstand belangrijk is, vooral voor ons, de risicogroep.
We hadden begin februari toch nog die mooie vormselviering van Marie kunnen meemaken. Met zeventien leeftijdgenoten hadden ze vijf jaar naar deze dag toegeleefd. ‘Ja, natuurlijk,’ was het motto van hun viering en dat vertelt heel wat over deze bewuste klimaatgeneratie.
Heel plechtig ook werd ze door haar broers Bran en Naud naar de vormheer begeleid. En ze was maar wat blij dat ze mee de communie mocht uitreiken. Het gezellige parochiefeest achteraf was één van de laatste onbezorgde hoogtepunten voor de coronatijd aanbrak.
Ondertussen zijn de kerken al lang gesloten. Soms word ik gevraagd om voor te gaan in een uitvaart, maar ook daar worden de voorwaarden strenger. Hoewel een viering met vijftien familieleden ook wel iets heel wezenlijks kan hebben.
Onze tuin vaart er wel bij, want nu is er een zee van tijd en ruimte om het voorjaar in alle rust zijn gang te laten gaan. En ook bij de kinderen kan ik alles een beetje in het oog houden: de asperges zijn er al en de aardappelen moeten dringend de grond in.
Vorig weekend was er dan de zeventiende verjaardag van Marie, ons oudste kleinkind. Met de fiets toch maar even langsgereden om te wuiven voor het raam. In de tuin vonden we wat ruimte voor koffie met taart. Geen feest dus. Ondertussen behelpen we ons twee keer per week via een zoom-conferentie met alle kinderen samen. Ook dat hebben we al onder de knie.
Jos