Indrukwekkend

‘Je mag het blauwe bolletje volgen,’ zei de vrijwilliger met veel enthousiasme. Ik kwam binnen in de reusachtige sporthal, die voor heel de regio omgebouwd was tot vaccinatiecentrum. De ruimte waar wij twee jaar geleden nog het seniorenfeest mochten vieren, had nu een ander, maar minstens even belangrijk doel.

Alles verliep heel vlot. Na het prikje konden wij nog even uitblazen en vanop een veilige afstand een groet brengen aan onze leeftijdgenoten. Ria was al enkele weken eerder gevaccineerd als vrijwilliger bij Kind en Gezin. Deze eerste prik geeft toch al een bepaald gevoel van veiligheid. Wij hebben wel geduld om nog enkele weken te wachten op de volgende.

Ondertussen konden wij toch al genieten van een weekje Ardennen, waar wij voor de eerste keer de abdij van Orval bezochten. Op zondag mochten wij in de Sacré-Coeur van Libramont de eucharistie volgen met ongeveer 50 gelovigen. ‘Als dat bij een uitvaart mag, zal het op een zondag ook wel kunnen,’ zei de realistische priester.

Even indrukwekkend waren deze ervaringen. Of ons verblijf aan zee, in het appartement van vrienden, in Mariakerke, vlakbij het kerkje van James Ensor. Hier waren de stoelen wel geteld: precies vijftien. Wij maakten van de gelegenheid gebruik om het hinterland van de Westhoek op te zoeken: Diksmuide, Nieuwpoort, Veurne, Gistel, Leffinge. De moeite waard.

Bij de eerste versoepelingen kon eindelijk weer een barbecue in de tuin van ons Mieke. Een zalige belevenis om ook de kleinkinderen weer eens aan het werk te horen. De drie dochters houden van muziek, zoals de mama. Janne, de oudste van 15, combineert harp en piano. Soms lukt het ons om een streaming te volgen van een klasconcertje.

Lut van 13 heeft zich toegelegd op de gitaar. Eigenlijk houdt zij niet zozeer van de verplichte notenleer. Zij wil graag akkoorden spelen en daarom gaat zij ook zangles volgen. En Nelle van 9 konden wij ook al horen aan de piano. Even indrukwekkend.

De muzikale toekomst van onze familie is verzekerd.

Jos

Hemelvaart

Als kind dacht ik jarenlang dat Jezus met Hemelvaart met een stoomboot de lucht in was gegaan. Hoewel je in het dialect van mijn grootouders ook met de fiets kon ‘varen’, bleef dat werkwoord verder toch voorbehouden voor boten. En stoomboten vervoerden wel meer heilige mannen. Ik was dan ook geschokt door de Hemelvaartafbeelding op school: de apostelen die machteloos naar boven staarden, waar nog net de blote voeten van Jezus onder de rand van de prent uitstaken. Jezus was onherroepelijk weg.

Ik ergerde me ook behoorlijk aan die apostelen. Die stonden daar werkeloos en met open mond naar de hemel te staren. Als ze iets bijdehanter waren geweest, hadden ze Jezus vast nog wel kunnen tegenhouden. Als je met zijn twaalven iemand beet pakte, aan armen en nek en benen, hield je hem wel met zijn voeten op de grond. Je beste vriend laat je toch niet zomaar de lucht in gaan?

En ik begreep al helemaal niet dat Hemelvaart een feestdag was geworden. De dag waarop Jezus verdween kon toch moeilijk een vrolijke dag zijn. Die duif met Pinksteren was in mijn ogen niet meer dan een schrale troost.

Een mens leert veel bij met ouder worden. Dat je het allemaal niet zo letterlijk mag nemen. Dat je ook in de lucht kunt varen. Dat vrienden soms inderdaad verdwijnen. Dat dode vrienden nooit helemaal weg zijn. Dat niemand de dood echt begrijpt. Dat het leven vóór de dood heel veel verschil kan maken.

Ik leerde vooral dat Hemelvaart een onmisbaar staartje van het Paasverhaal is. Wat Jezus deed en zei, was echt leven, wilden zijn vrienden zeggen. Dat stond voor hen als een paal boven water. De dood kon daar niet tegenop. En dus vertelden ze dat Jezus leefde. Ook al wist iedereen dat hij morsdood van het kruis was gehaald. Hoe pak je zoiets aan? Daar moet je alles voor uit de kast halen: een weggerolde steen, een leeg graf, een schim van een tuinman, een wandeling naar Emmaüs… en een paar blote voeten in de lucht. Want Jezus hoort bij God, hij leefde naar het hart van God en daarom leeft hij nog altijd, vonden ze. Daarom lieten ze hem door de lucht varen.

Zo werd Hemelvaart dus toch nog een feest. Het feest van de sterke band die er kan zijn tussen God en mensen. Als het goed is, komt daar echt leven van. Dan krijg je mensen die leven met open hart en handen. Wie weet waar we dan allemaal heen kunnen varen.

Kolet