Gestrand

‘Dat meen je niet eh, mama!’

‘Toch wel’, zegt mijn vriendin, ‘het spijt me, maar ik heb je bikini niet bij. Het was daarnet koud en pijpenstelen aan het regenen dus ik heb hem uit onze tas gehaald voor we naar de dijk kwamen.’

Zo gaat dat aan de zee. De troosteloze grijze massa wolk en zee heeft ondertussen echter plaats gemaakt voor een zalig zonnetje en de zee nodigt uit voor een flinke plons.

‘Mama, jij hebt de mijne toch wel bij hé? Pleeeeassse zeg dat je hem bij hebt?’ Ik glimlach naar mijn theatrale dochter. ‘Ja, hij zit nog in de tas’. ‘Yes’, roept ze uit, terwijl ze met haar vuist bijna een gat in de lucht slaat. Ook bij de dochters van mijn andere vriendinnen hoor ik opgeluchte zuchten: ‘Joepie, we kunnen zwemmen!’

Eerlijk? Mijn vriendinnen en ik, wij zijn over het algemeen echte ploetermoeders. De enige reden dat die bikini nog in onze tas stak, is omdat we eigenlijk te lui waren om onze tas leeg te maken vooraleer we naar de go-carts vertrokken vanuit ons appartement. En net die ene praktische mama die altijd alles zo tot in de puntjes regelt en haar zaakjes altijd op orde heeft, die moet haar achtjarige dochter nu teleurstellen. Dat is dik balen. Ik vind het echt, écht sneu voor hen beiden.

De meisjes stuiven al joelend de duinen op om zich om te kleden. Een kleine meid met een paar hangende schouders en een gezicht als een donderwolk hobbelt achter hen aan. We proberen ondertussen met goedbedoelde oneliners de mama te troosten en het zaakje te relativeren. Tevergeefs, beseffen we al snel. Als je acht bent, is dit gewoonweg een ramp.

Net wanneer ik rechtsta om te kijken hoe het komt dat het omkleden zo lang duurt, zie ik vijf stipjes in de verte weer naar ons toe stuiven. Drie meisjes in bikini lopen voorop. Ze gooien hun bal van verfrommelde kleren met een welgemikte worp op een lukraak gekozen handdoek en rennen al gillend richting de zee.

De twee andere meisjes lopen rustig op ons toe. ‘Huh, je hebt jouw bikini niet aangedaan?’ vraag ik aan mijn dochter. Ik zie haar kijken naar het betraande gezicht van haar vriendinnetje. ‘Nee’ zucht ze, al bijna even theatraal als daarstraks, ik heb besloten ook op het strand te blijven. Ik zou het ook niet leuk vinden om als enige niet mee te kunnen. We gaan samen schelpjes zoeken voor onze bloemenwinkel morgen.’

Vol bewondering kijk ik mijn zevenjarige dochter aan en pak haar eens goed vast. ‘Ik ben fier op jou’, fluister ik in haar oor.

Je leven verliezen om het te winnen? Zo doe je dat dus.

Liesbeth

Afstand

‘Met U zijn er geen verten meer en alles is nabij.’ Onwillekeurig moest ik aan deze magische zinnen denken van Felix Timmermans, de Vlaamse dichter die in mijn geboortejaar overleed. In het gedicht ‘De kern van alle dingen’ werden deze bijzondere versregels neergeschreven.

De dichter zal wel eerst en vooral aan de religieuze betekenis gedacht hebben. En niet zozeer aan de technische hulpmiddelen die ons vandaag ter beschikking staan om afstand te overstijgen. Zoals bijvoorbeeld een gsm met een WhatsAppgroep.

Al onze kinderen zijn momenteel met vakantie, meestal in het buitenland. En wij mogen dan telkens de plaats raden waar zij zich bevinden. Of het nu gaat om een kasteel in regenachtig Bretagne of een sportieve fietsvakantie in de mistige Vogezen, dat doet er niet zoveel toe.

Dan volgen wij toch ook met spanning een verblijf in Noord-Griekenland, niet ver van de befaamde Meteora-kloosters. Het is geen sinecure om daar nu te vertoeven in een temperatuur van meer dan 40 graden, met de rossige wolken van vuur op de achtergrond.

Gelukkig is water niet veraf en kunnen wij de avonturen van onze kleinkinderen mee beleven: vanop een rots in de zee springen. Wij geven dan van thuis uit de medailles weg: goud, zilver of brons.

Het is wellicht de laatste grote familiereis van onze Koen, want Marie gaat in september op kot in Leuven. En dan wordt het gewone routineuze leventje toch wel aardig dooreengeschud. Die herinneringen hebben wij nog aan onze eigen vroegere tijd.

Want als de kinderen het huis uitgaan, betekent dit dat de wereld voor hen kleiner wordt, maar dat die vertrouwde woning stilaan wat leger en te groot zal zijn.

En volgende week is iedereen weer terug, want onze dochter Lieve gaat trouwen, ook al is zij al 42 jaar. Vijf jaar geleden heeft zij haar vriend Sam leren kennen, maar vorig jaar moest alles uitgesteld worden.

Het is lang geleden dat wij nog een familiefeest – ook al is het dan in de tuin – meegemaakt hebben. Zij gaan er volop voor. En wij ook!

Jos

Op kamp

Kleinzoon is op kamp geweest met de Chiro. Zeven nachten elders slapen, dat is niet niks als je nog geen acht bent. Hij heeft er erg naar uitgekeken. Er is een doodeng nachtspel, dat vooral achteraf leuk is 😉 Er zijn ‘vuile spelletjes’ en alles is een avontuur. Het weer is niet onverdeeld goed, maar dat is het laatste van zijn zorgen.

De hele familie stuurt al voor hij weg is kaartjes, om zeker te zijn dat ze op tijd aankomen. Zelf heeft hij ook kaartjes bij, in enveloppen waarop zijn mama alvast de adressen heeft geschreven. Op dode momenten, als de heimwee een beetje de kop opsteekt, schrijft hij ze vol. Hij vertelt dat de spullen van de leiding nat zijn geworden. En dat ze ‘gewone brood’ hebben gegeten. Dat lijkt mij op het eerste gezicht niet iets om over naar huis te schrijven. Maar als ik even nadenk, besef ik dat hij ‘gewonnen brood’ bedoelt, dus toch wel een lekkernij. Hij tekent nog een paar mannetjes op het kaartje en sluit af met ‘dag oma en opa, groetjes van X’. Zijn meter bedankt hij voor het ‘hartelijk onvangen’ briefje en hij antwoordt achter elkaar op al haar vragen.

Als hij thuiskomt, met een tas vol vuile was die ook na een wasbeurt nog niet fris ruikt, lijkt hij gegroeid. Zijn armen zijn langer en gespierder dan ik me herinner. En zijn lach is zelfverzekerder. Met plezier naai ik de ‘kampbadge’ op zijn Chirohemd.

Dat Chirokamp zal een vaste waarde van elke volgende zomervakantie worden. Zijn hemd, dat nu nog ruim zit, zal te klein worden en vervangen worden door een groter exemplaar. Met plezier zal ik de oude badges eraf halen en op het nieuwe hemd naaien. Elk hemd zal voller staan dan het vorige. Zoals zijn leven alsmaar voller wordt. Dat is groeien.

Kolet