Oma en de wolf

‘Papa, zullen we spelen? Jij bent de oma, ik de mama en de baby is onzichtbaar.’
‘Jij gaat naar de schommel en valt in slaap. Ik kom je dan wakker maken.’
Sinds het weer eindelijk is omgeslagen en het spelen in de tuin het toelaat, heeft zich een nieuw spel opgedrongen. Uit het niets – maar het blijft zich herhalen, tussen de andere (vaste) spelletjes en activiteiten door.
Dan loop ik naar de schommel, en wiebel ik met het hoofd omlaag en de ogen dicht (iets anders wordt niet getolereerd) tot mijn dochter komt aangerend. En ‘aanbelt’, of – vaker nog – haan speelt en ‘oma’ wakker kukelekuut. Oma wordt niet meteen wakker, dat is ook in het echte leven best vaak zo, dus reageren op bel of haan kan alleen na een paar keer aandringen. Dan doe ik of ik wakker schrik, open ik de imaginaire deur en vraag ‘wie ben jij?’. Steevast is het antwoord ‘Roodkapje’. Waarna het verhaal een nieuwe wending krijgt: ‘Papa jij bent de wolf, en jij moet me opeten’, en we als halve gekken grommen, gillen en rennen kriskras over het grasplein.
Dat gespeel haalt alles door elkaar; zet de hele wereld op z’n kop: generaties, leeftijden, geslachten, onderlinge verhoudingen,… – de gekende realiteit tout court. Heerlijk hoe in het spelen alles zo snel zo relatief, maar niet onbelangrijk kan worden.
En het enige wat daar hardhandig een einde aan maakt, is de fysiek van oma/wolf die het laat afweten, of de buurjongen die roept om aandacht.
Wat overblijft voor papa zijn de lesjes in nederigheid, respect voor (intergenerationele) verscheidenheid en tolerantie. Niks gemoraliseer.

Wim

Plaats een reactie